blog posts
Taalboeken Taal leer je in eerste instantie door er actief mee te oefenen. Taalboeken kunnen daarbij een hul Zinsdelen Een zin, hoe lang of kort die ook is, bestaat uit verschillende delen. Die delen worden ook we Bekende taalfouten Taalfouten zijn er in héél veel verschillende soorten en maten. Sommige zijn zo vee Engels Wil jij graag de Engelse taal leren? Een goede methode hiervoor is het oefenen met Engelse woordj

Werkwoorden

Werkwoorden zijn woorden die simpelweg een werking uitdrukken. Dit kan een activiteit zijn als lopen en werken, een gebeuren zoals ontstaan en plaatsvinden of een bepaalde toestand zoals liggen en zitten. De voorbeelden die hiervoor gegeven zijn, zijn voorbeelden van infinitieven, ook wel bekend als hele werkwoorden. De vervoeging van werkwoorden levert echter vaak de meeste problemen op.

Werkwoorden vervoegen

Bij het vervoegen van een werkwoord is het belangrijk dat je weet wáarom je een werkwoord moet vervoegen. Je doet dit om aan te geven op welke tijd en op welke persoon de zin betrekking heeft. De vorm van het werkwoord past zich zo aan aan het onderwerp, dit heet congruentie. Zo is ik werkte een zin die in de eerste persoon enkelvoud, verleden tijd staat. Met slechts twee woorden, namelijk ik werkte, kun je al een heleboel duidelijk maken. De genoemde voorbeelden zijn nog niet zo lastig om te spellen, de echte problemen komen wanneer je moet gaan kiezen voor een -d of -t, zoals bij wordt. Voor veel mensen blijft dit een lastig punt. Wanneer moet je kofschip gebruiken, wanneer moet je het woord vervangen door een betekenisloos woord en wanneer moet je gewoon de regels volgen? Het kofschip kun je alleen gebruiken bij het voltooid deelwoord en een betekenisloos woord in alle andere gevallen. Door het werkwoord te vervangen door een betekenisloos woord als smurfen, hoor je of er  al dan niet een -t achter komt.

Werkwoordscategorieën

Er zijn veel verschillende werkwoorden die in categorieën onderverdeeld kunnen worden. Een grove verdeling bestaat uit hoofdwerkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden. Het hoofdwerkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin. De hulpwerkwoorden zijn alle andere werkwoorden. Onderdeel van de hulpwerkwoorden zijn de 9 koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, lijken, blijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen. Deze koppelen een bepaalde gesteldheid aan het onderwerp.

Oefenen met werkwoorden

Te veel informatie in een keer? Met de spelletjes en apps maak je kennis met verschillende werkwoorden.